Consumptie
MENSEN X CONSUMPTIE X ENERGIE = BROEIKASEFFECT
Als we naar het toilet gaan dan consumeren wij energie!
We doen het licht aan. Dat is direkte energie (elektra *) = d.e.).
De verwarming brandt. Dat is direkte energie (gas = d.e.).
Wij gebruiken toiletpapier. Dat is INdirekte energie (product = i.e.).
Daarvoor zijn met motorzagen bomen omgezaagd en met vrachtwagens naar papierfabrieken getransporteerd.
Dat is direkte èn indirekte energie (diesel vrachtwagen = d.e. en produkten = i.e.).
Daar zijn ze met elektrische machines tot pulp vermalen.
Dat is direkte en indirekte energie (elektra = d.e. en produkten = i.e.).
We spoelen door met 6 tot 9 liter drinkwater.
Dat is indirekte energie (produkt = i.e.).
In grote, electrisch aangedreven waterzuiveringsinstallaties wordt vervuild grond- en oppervlaktewater gereinigd en geschikt gemaakt voor drinkwater.
We wassen onze handen met hetzelfde drinkwater (i.e.) en zeep (i.e), die weer in zeepfabrieken is gemaakt en die in dozen verpakt met vrachtwagens vol (dieselolie = d.e. en produkten = i.e.) naar de supermarkten wordt gebracht. Maar ook die vrachtwagens zijn weer gemaakt in fabrieken.
Daarvoor is met machines ijzererts gewonnen in mijnen en met boten getransporteerd naar hoogovens.
Daar is het gesmolten, gegoten, gewalst en geperst tot platen waarvan de vrachtwagens worden gemaakt. Ook de machines waarmee het ijzererts wordt gewonnen komen uit fabrieken.
Daarvoor is eerst weer ànder ijzererts naar hoogovens en fabrieken gebracht. Enz……...
Kortom met één toiletgang -en dan hebben we de lamp uit de lampenfabriek, de toiletpot uit de keremiekfabriek, de toiletzitting uit de plasticfabriek, de kraan uit de kranenfabriek, de handdoek uit de textielfabriek en alle schepen boten en vliegtuigen, die dat vervoerd hebben nog niet een genoemd- passeren wij een scala aan produkten en het direkte èn indirekte energiegebruik dat daar bij hoort. Dat geldt voor èlk product dat wij kopen en/of gebruiken.
ELK product kost DIREKTE èn INDIREKTE ENERGIE om gemaakt te worden en belast het milieu door de broeikasgassen die daarbij vrijkomen.
Anno 2010 komt wereldwijd 90% van ALLE energie nog uit de fossiele brandstoffen: KOLEN, OLIE en GAS.
Bij de verbranding daarvan, of dat nu in een raffinaderij, een hoogoven, een electriciteitscentrale, een vliegtuig of in onze auto is, komen broeikasgassen vrij.
98 % daarvan is kooldioxide (CO2) en 2% (in hoeveelheid **) wordt gevormd door de overige broeikasgassen methaan (CH4), lachgas (N2O), NOx (stikstofoxides), SO2 (zwaveldioxide) NH3 (amoniak) en nog enkele andere stoffen samen.
Elke liter benzine die in de cilinders van onze auto's verbrandt, produceert daarbij -afgezien van de waterdamp- maar liefst 2,5 kilogram (!) CO2, 15 gram CO (koolmonoxide), 2,5 gram NOx (stikstofoxydes) en nog een paar gram andere stoffen.
De vraag is dan:
"Hoe kan één liter benzine, die zelf nog geen kilo weegt, toch 2,5 kilogram CO2 produceren?"
Het antwoord is:
Omdat één liter benzine maar liefst 12 kubieke meter lucht – in gewicht is dat 15 kilo, waarvan 3 kilo zuiver zuurstof (O2) – nodig heeft, om te kùnnen verbranden. Zie de enorme luchtinlaten bij alle auto's!
De verbrandingsformule bij vliegtuigen is bijvoorbeeld:
1 kilo kerosine plus 3,4 kilo O2 geeft 3,16 kilo CO2 plus 1,25 kilo H2O (dat is water: de bekende witte condensstrepen achter vliegtuigen in de lucht) plus nog enkele grammen CO, HC, Nox, enz.
Hetzelfde geldt voor elke liter diesel, die in dieselauto's wordt verbrand, zij het in iets andere verhoudingen. Ruwweg kan worden gesteld, dat uit elke liter – uit aardolie gemaakte – brandstof gemiddeld 98% CO2 en 2% andere schadelijke broeikasgassen vrijkomen. Die CO2, die bij de verbranding van ALLE fossiele brandstoffen vrijkomt – óók kolen en gas – hoopt zich met de andere broeikasgassen op in de atmosfeer en vormt daar een steeds dichter wordende deken, die de aarde volledig omsluit. Daardoor kan het direkte zonlicht de aarde wel bereiken en opwarmen, maar de aardwarmte (als infraroodstraling) kan daardoor niet meer terug in de ruimte en hoopt zich op.
Daardoor worden niet alleen de aarde en de oceanen steeds warmer, maar bovenal de ook atmosfeer eromheen.
Nu zijn er mensen die zeggen: "Ach dat broeikaseffect. Lekker toch als het hier net zo warm wordt als in Bordeaux, of nog beter, zoals in Madrid!"
Men vergeet dan echter, dat door een steeds warmer wordende atmosfeer, de gemiddelde temperatuur op aarde en in de oceanen stijgt, het wereldklimaat ingrijpend veranderd, de 'gevestigde' luchtstromingen zich wijzigen, de ijskappen op de polen en van de gletsjers smelten en de zeespiegel versneld stijgt.
Inmiddels al méér dan één centimeter per jaar.
Door de warmere atmosfeer verdampt er ook veel meer water uit oceanen en andere wereldzeeën, dat als véél extra en EXTREME neerslag naar beneden komt.
In januari 1995 viel alleen al in Nederland 130 mm neerslag, wat 2 maal meer was dan normaal, waardoor toen de grote overstromingen in midden-Nederland konden plaatsvinden.
In de afgelopen 20 jaar zijn er overal ter werelds meer records gebroken op het gebied van het weer dan in alle 200 jaren daarvoor samen.
In 1995 werden 577 natuurrampen geregistreerd.
Daarbij vielen 19.000 doden en was de schade 180 miljard dollar.
In 1998 waren er 60.000 doden en was de schade 200 miljard dollar.
In 2003 waren er 67.000 slachtoffers te betreuren, waarvan alleen al in West-Europa 30.000 door een extreme hittegolf.
In 2006 vond opnieuw een record aantal overstromingen en weersextremen plaats, waardoor – volgens het Rode Kruis – 140 miljoen mensen direkt werden getroffen en waarbij 25.000 doden vielen.
Om het broeikaseffect terug te dringen, moeten we dus vooral de uitstoot van CO2 terugdringen – de meeste andere broeikasgassen verminderen dan automatisch mee – door op alle fronten het TOTALE energiegebruik -direkt en indirekt- terug te dringen. Dat kan niet alleen met minder autorijden, minder vliegen, minder stoken, maar vooral ook door minder produkten te kopen en/of te gebruiken.
Kortom MINDER CONSUMEREN op elk gebied!
De STICHTING MILIEUBELANG pleit dan ook voor mondiale maatregelen, zoals de invoering van een milieubelasting op produkten – naar rato van hun energie-inhoud – in plaats van de huidige BTW èn PER LAND AFZONDERLIJK – door de WHO – structurele geboortebeperkingsmaatregelen.
OP ADVIES VAN DE WHO MOET ELK LAND AFZONDERLIJK BEPALEN OF GEBOORTEBEPERKINGSMAATREGELEN WETTELIJK MOET WORDEN VOORGESCHREVEN!!!
*) Elektriciteit wordt hier voor het gemak aangeduid als 'directe' energie terwijl het feitelijk zelf ook wordt opgewekt door andere energiebronnen.
**) Het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) stelt dat methaan (CH4) 21 maal en lachgas (N2O) 310 maal méér warmte kunnen vasthouden in de atmosfeer dan CO2 – de zogenaamde Global Warming Potential-factor (GWP-factor) – waardoor de mondiale uitstoot van CO2 effectief 80% van het broeikaseffect veroorzaakt en de andere broeikasgassen samen 20%.